Als we de sterrenhemel waarnemen, doen we dat natuurlijk in zichtbaar licht. Wij, mensen, zijn nu eenmaal voorzien van kijkinstrumenten die geschikt zijn om van het hele elektromagnetische spectrum dat deel te observeren dat we het zichtbare licht noemen. Die terminologie impliceert meteen dat er ook zoiets als onzichtbaar licht moet bestaan. En dan komen we uit bij radiogolven, infrarood licht, ultraviolet licht, röntgenstaling en gammastraling.